Informatie voor professionals

Jeugd Lelystad is het toegangspunt tot specialistische jeugdhulp in de gemeente Lelystad. Jeugd Lelystad doet onderzoek naar een ingediende aanvraag voor hulpverlening en beoordeelt of er specialistische jeugdhulp nodig is of dat een andere vorm van hulp beter passend is.

Professionals kunnen géén aanvraag indienen, wel ouders en/of jeugdigen ondersteunen bij het invullen van het aanvraagformulier.

Een aanvraag bij Jeugd Lelystad wordt ingediend door de gezaghebbende ouder(s) of voogd of door de jeugdige zelf, mits hij of zij minimaal 16 jaar is. Deze aanvraag en de mogelijk daaruit volgende gespecialiseerde jeugdhulp is vrijwillig. Vrijwillig betekent: “uit eigen beweging, niet gedwongen”. Het is niet mogelijk voor professionals of onderwijsinstellingen om een aanvraag bij Jeugd Lelystad in te dienen.

Als de gespecialiseerde jeugdhulp middels een beschikking wordt toegekend, dan zal een van onze Jeugdprofessionals contact opnemen met de zorgaanbieder die de begeleiding biedt.

Zorgmeldingen

In het VN Kinderrechtenverdrag is vastgelegd dat kinderen recht hebben op bescherming tegen mishandeling. Ouders zijn in de eerste plaats verantwoordelijk voor die veiligheid, maar de overheid en het onderwijs kunnen waar nodig ondersteunen, ingrijpen en de juiste hulp bieden. Professionals zijn dan ook verplicht te werken met de meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling. Het is de professionele norm om melding te doen bij Veilig Thuis als er vermoedens zijn van actuele en structurele onveiligheid.

Veilig Thuis

Veilig Thuis is er voor advies en ondersteuning en het melden van huiselijk geweld en kindermishandeling.

Taken van Veilig Thuis.
In artikel 4.1.1, tweede lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) staan de taken die Veilig Thuis moet uitoefenen:
a.          het fungeren als meldpunt voor gevallen of vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling;
b.          het naar aanleiding van een melding van huiselijk geweld of kindermishandeling of een vermoeden daarvan, onderzoeken of daarvan daadwerkelijk sprake is;
c.          het beoordelen van de vraag of en zo ja tot welke stappen de melding van huiselijk geweld of kindermishandeling of een vermoeden daarvan aanleiding geeft;
d.          het in kennis stellen van een instantie die passende professionele hulp kan verlenen bij huiselijk geweld of kindermishandeling, van een melding van huiselijk geweld of kindermishandeling of een vermoeden daarvan, indien het belang van de betrokkene dan wel de ernst van de situatie waarop de melding betrekking heeft daartoe aanleiding geeft;
e.          het in kennis stellen van de politie of de raad voor de kinderbescherming van een melding van huiselijk geweld of kindermishandeling of een vermoeden daarvan, indien het belang van de betrokkene dan wel de ernst van de situatie waarop de melding betrekking heeft daartoe aanleiding geeft;
f.           indien Veilig Thuis een verzoek tot onderzoek bij de raad voor de kinderbescherming doet, het in kennis stellen daarvan van het college, en
g.          het op de hoogte stellen van degene die een melding heeft gedaan, van de stappen die naar aanleiding van de melding zijn ondernomen.

Deze bepaling is imperatief geformuleerd, dat wil zeggen dat Veilig Thuis deze taken moet uitvoeren. De bepaling biedt geen ruimte om deze taken over te dragen aan of neer te leggen bij andere organisaties. Veilig Thuis moet dus onderzoeken of er daadwerkelijk sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling alvorens zij een melding kan overdragen aan een andere instantie.

Na een melding dient Veilig Thuis binnen vijf dagen vast te stellen of verder onderzoek nodig is, en zo ja binnen tien weken tot welke vervolgstappen dat onderzoek aanleiding geeft (artikel 4.1.7, eerste en tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015). Veilig Thuis moet dus eerst binnen vijf dagen na een melding een veiligheidsbeoordeling uitvoeren en vervolgens binnen tien weken vaststellen tot welke vervolgstappen die veiligheidsbeoordeling noodzaakt.

Het Handelingsprotocol schrijft onder meer voor dat Veilig Thuis binnen een termijn van vijf dagen na een melding een veiligheidsbeoordeling moet uitvoeren en moet beslissen of zij
a.          de bemoeienis direct stopt,
b.          de melding direct overdraagt aan een andere instantie of
c.          de dienst ‘Voorwaarden & Vervolg (V&V)’ of de dienst ‘Onderzoek’ inzet. Het is de taak van Veilig Thuis om de direct betrokkenen in dit kader te horen en hen te informeren over hun rechten en plichten en de verdere gang van zaken.

Taken van Jeugd Lelystad bij overdracht van een zorgmelding van Veilig Thuis.

Het college van burgemeester en wethouders heeft op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Jeugdwet de taak om de toegang tot en de regie over jeugdhulp te waarborgen. Op grond van artikel 2.11, eerste lid, van de Jeugdwet kan het college deze taak door een derde laten uitvoeren. De gemeente Lelystad heeft ervoor gekozen om deze taak door de besloten vennootschap Jeugd Lelystad te laten uitvoeren. Daartoe is tussen de gemeente Lelystad en Jeugd Lelystad een overeenkomst.

Op grond van artikel 3 van de overeenkomst heeft Jeugd Lelystad onder andere tot taak het afhandelen van overgedragen zorgmeldingen door Veilig Thuis. Op grond van artikel 7 van de overeenkomst heeft Jeugd Lelystad de verplichting om door Veilig Thuis overgedragen zorgmeldingen op te pakken door het borgen van de veiligheid in het gezin/huishouden en indien nodig toe te leiden naar (specialistische vormen van) ondersteuning, hulpverlening en behandeling. Hoewel uit deze laatste bepaling afgeleid zou kunnen worden dat Jeugd Lelystad alle zorgmeldingen van Veilig Thuis Flevoland moet oppakken, ook als daar geen afspraken over zijn gemaakt, moet deze bepaling (natuurlijk) zo worden gelezen dat het hier alleen om zorgmeldingen gaat die Veilig Thuis Flevoland volgens de geldende wetgeving en afspraken mag overdragen. Van die wetgeving en afspraken kan immers niet worden afgeweken.

Jeugd Lelystad verleent zelf geen jeugdhulp. Haar taak is om een aanvraag om jeugdhulp van een inwoner van de gemeente Lelystad te beoordelen en hierop namens het college van burgemeester en wethouders te beslissen. Veilig Thuis Flevoland mag en kan dus niet bepalen of, en zo ja, welke jeugdhulp nodig is. Dat is de exclusieve bevoegdheid van Jeugd Lelystad. Verder is van belang dat de jeugdhulp die wordt toegekend door Jeugd Lelystad alleen jeugdhulp in het vrijwilliger kader kan zijn. Jeugd Lelystad kan namelijk geen jeugdhulp afdwingen.

Uit de vorenstaande taakomschrijving volgt dus dat Veilig Thuis Flevoland geen meldingen kan overdragen aan Jeugd Lelystad als er geen of in onvoldoende mate jeugdhulp wordt geaccepteerd door de direct betrokkenen. Alvorens een melding over te dragen aan Jeugd Lelystad zal Veilig Thuis Flevoland dat dus eerst moeten beoordelen. Wanneer na de overdracht blijkt dat de direct betrokkenen toch geen jeugdhulp aanvaarden of dat in onvoldoende mate doen, dan moet de zaak worden teruggenomen.

Overleggen in en met de keten

Jeugd Lelystad neemt als standpunt in dat Jeugd Lelystad mét gezaghebbende ouders en jeugdigen praat, en niet óver hen. Overleg in en met de keten is erop gericht om te komen tot oplossingen voor de problemen van gezaghebbende ouders en/of jeugdige(n). Dan is het van groot belang om dat gesprek te voeren met de persoon om wie het gaat en niet over de persoon.

In Nederland komt het voor dat overleg plaatsvindt zonder gezaghebbende ouders en/of jeugdigen. Jeugd Lelystad neemt hier niet aan deel. Als de persoon over wie het gaat niet aanwezig is, kan men daardoor geen input geven en geen fouten corrigeren of aannamen veranderen. Van dit soort overleg worden vaak geen notulen gemaakt, waardoor er geen zicht en invloed is op wat er besproken is en daardoor ook geen controle op de juistheid en  de uitkomst.

Iedere instantie of betrokkene bij een casus heeft altijd zijn eigen verantwoordelijkheid en onderzoeksplicht en afwegingskaders. Het kan en mag niet zo zijn dat, omdat men elkaar als partners beschouwt, deze kernwaarden van de rechtsbescherming over boord worden gezet.

Hiermee kan de persoonlijke integriteit van de betrokkene over wie het gaat geschonden worden en wordt er voorbijgegaan aan de privacy, de grondwet, het EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens), het IVRK (Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind) en het Universele Verdrag voor de Rechten van de Mens.

Als er al meerdere organisaties met elkaar in gesprek moeten, dan is het wenselijk dat dit open gebeurt en dat alle betrokkenen aanwezig zijn en/of notulen krijgen waarop gereageerd kan worden.

Vragen?

Heeft u een vraag over onze dienstverlening? Mail dan naar cs@jeugdlelystad.nl of bel naar 0320 – 215 144. Heeft u een vraag over een specifieke casus? Neem dan contact op met de betrokken Jeugdprofessional.

Inhoudsopgave